“Twee emmertjes water halen…” Het is negen uur ’s ochtends als de heer Jan Jacobs (85) een Oudhollands liedje inzet terwijl hij zijn vrouw helpt met haar kommetje pap in de huiskamer van Buurderij ‘De Lage Hof’. Sinds 2020 woont hij in een appartement boven De Lage Hof, zodat hij elke dag bij zijn vrouw Annie kan zijn.
Mijn vrouw is mijn alles.
Meneer Jacobs: “Ik leerde mijn vrouw kennen tijdens een jeugdkamp van Pax Christi. We raakten aan de praat en ik wist meteen: met haar kun je een intelligent gesprek voeren. Het klikte en we gingen elkaar schrijven. Ik heb al haar brieven bewaard en zij de mijne. 368 stuks in totaal. Mijn vrouw heeft ze netjes per 25 gebundeld met roze en blauwe strikjes eromheen. Ik was in die tijd 21 jaar en studeerde aan de Kweekschool in Hilversum, net als zij in Reuver. Omdat Annie in Limburg woonde en ik in Dedemsvaart zocht ik na mijn opleiding een werkplek in het midden van het land. Dat werd Overasselt, waar ik al snel hoofd van de school werd op de toenmalige Peter Canisiusschool en waar we altijd zijn blijven wonen met onze drie dochters.”
“We zagen elkaar thuis én op school. Op een dag na de ‘grote vakantie’ kwam een lerares namelijk niet opdagen, zonder berichtgeving. Maar er was toen wel een klas vol eersteklas-kindertjes zonder leerkracht. Ik belde mijn vrouw thuis op en ze viel direct in alsof ze nooit anders had gedaan. En ze bleef. Wel zei ze gelijk: ‘Dit gaan we thuis goed organiseren. Jij de boodschappen en het koken, ik de kinderen en we nemen extra hulp.’ Best vooruitstrevend voor die tijd. Maar ze wist wat ze wilde. En ik ook trouwens. Dit jaar zijn we zestig jaar getrouwd.”
“In mijn familie hebben verschillende mensen dementie. Bij mijn vrouw niet. En toen kon ze opeens niet meer op bepaalde woorden komen. Bij de geriater probeerde ze haar nog om de tuin te leiden; Annie’s woordenschat is enorm. Bij de vraag naar een dier met één bult antwoordde ze keurig dromedaris. Maar bij een dier met twee bulten wist ze het niet meer. Razendsnel bedacht ze: ‘Dit dier wordt ook wel het schip van de woestijn genoemd.’ Waarna de geriater vroeg: ‘Kunt u er ook een andere naam naast zetten?’ Dat kon ze niet.”
“Ik zorgde al een tijdje voor mijn vrouw toen mijn dochter de vraag stelde: ‘Papa, wat gebeurt er als jij valt?’ Er moest een andere oplossing komen, dat wist ik ook wel. Ik kende De Lage Hof enigszins en ben er direct met haar gaan kijken. Er bleek zelfs een zelfstandig appartement vrij te zijn bóven De Lage Hof. Zodat ik altijd in de buurt van mijn vrouw kon zijn. We beslisten meteen. Natuurlijk was dit geen ideale situatie, maar in ons geval wel het meest haalbare. En als je met het meest haalbare al niet tevreden bent, wat wil je dan? Elke ochtend en avond help ik met het eten en probeer ik voor wat afleiding te zorgen. In het appartement heb ik alles wat ik nodig heb. En Annie is voor mij nog steeds Annie. Dat merkte ik vanochtend nog. Ik gaf haar een zoen en vroeg: ‘Kun je geen goedemorgen zeggen?’ ’Nee’, antwoordde ze. Met andere woorden: ik bepaal zelf wel wat ik wanneer zeg. Dat is mijn vrouw. Ze is mijn alles.”
Lees alle verhalen