De Malderburch-locatie in Malden, De Lage Hof in Overasselt en nu de wijkverpleging. Danique Castelijn (22) heeft al op verschillende afdelingen gewerkt en dat merk je als ze haar verhaal vertelt aan de leestafel van Malderburch. “Kom je weer bij ons werken?”, spreekt een bewoonster haar aan. Danique glimlacht. “Ik heb geluk dat ik hier zoveel kansen krijg en we écht de tijd mogen nemen voor de mensen. Van studiegenoten hoor ik ook wel andere verhalen.”
We nemen de tijd.
Danique: “Oorspronkelijk wilde ik iets met dieren gaan doen. Ik heb altijd paarden gehad en zag het helemaal voor me. Via stages kwam ik er alleen achter dat ik dat vooral als hobby leuk vind. En toen wees iemand me op de zorg. En dat paste eigenlijk direct. Ik volgde een BOL-opleiding in Nijmegen en begon als leerling in de gehandicaptenzorg op De Lage Hof en later op de gesloten afdeling van Malderburch. Van dat laatste wist ik niet goed wat ik kon verwachten. Ik vond het in elk geval heftig klinken. Maar mijn vooroordeel klopte niet. Het was coronatijd en ik was elke dag hier. Om er samen met de mensen een fijne dag van te maken. Voor mij was het ook het uitje van de dag in die vreemde tijd.”
“Na mijn BOL-opleiding heb ik nog een BBL-opleiding voor verzorgende gevolgd en nu doe ik verpleegkunde. Om zoveel mogelijk facetten van het vak te leren kennen, werk ik nu in de wijkverpleging. Het is heel afwisselend. We gaan naar het buitengebied van Malden, hebben routes in Malden en de zorgvragen zijn heel verschillend. Ook heb ik een paar ‘eigen’ mensen: voor hen ben ik eerste contactpersoon en ga een keer per maand op huisbezoek. Niet om zorg te verlenen, maar puur om een vinger aan de pols te houden hoe het - echt - met ze gaat. Tijd nemen vind ik sowieso belangrijk. En dat mogen we ook. Als we bijvoorbeeld bij iemand voor wondzorg komen, maar diegene moet écht zijn verhaal even kwijt, dan kunnen we tijd ‘bijplussen’.”
“Ik deel best veel van mezelf. Ik ben een Maldense, dus heb ook verschillende aanknopingspunten. Zo was ik eens met een cliënt in een fotoboek aan het bladeren en herkende een meisje: het bleek zijn kleindochter te zijn die ik van de paarden kende. En ik heb net een huis gekocht met mijn vriend. Daar vertel ik dan over en cliënten vragen er zelf ook naar. Dit soort gesprekjes helpen om een band op te bouwen, merk ik. Maar er zijn ook cliënten die daar minder behoefte aan hebben. En dat is ook goed. Dat voel je wel aan.”
Lees alle verhalen